Vers fruit, lunch, middag snack en drinken zijn bij de prijs inbegrepen.

Wat u zelf mee dient te brengen is de baby of borstvoeding, luiers en billendoekjes, eventuele dieetvoeding of groente potjes.

Controleren en eventueel verschonen van de luiers gebeurt meerdere malen op vaste tijden, uiteraard wordt er ook tussendoor verschoond als dit noodzakelijk is.

"Hygiëne lijkt vanzelfsprekend maar vraagt om aandacht" Wij stellen een hygiënische omgeving en werkwijze als heel erg belangrijk. 

Voeding wordt met grote zorg bereid.

Om een schone werkvloer te houden vragen wij de ouders met slecht weer plastic slofjes aan te trekken en de kinderen schoenen uit te doen bij de kapstok.

Ook eventuele kinderwagens moeten in de hal blijven staan, Zodat alle kinderen in een hygiënische omgeving kunnen spelen. 

 De leidsters dragen de dagelijkse zorg voor een schone en hygiënische omgeving.

Voedingsbeleid Sam Sammie

De leidsters van Sam Sammie krijgen regelmatig vragen over voeding in het algemeen en ons voedingsbeleid in het bijzonder. We hebben daarom besloten ons voedingsbeleid op papier te zetten en onder de aandacht te brengen van de ouders die gebruik maken van onze diensten.

Dit voedingsbeleid is gebaseerd op de eigen ervaring en op de richtlijnen van het Voedingscentrum. Wij vinden het belangrijk om kinderen gezonde voeding te bieden en zo positief bij te dragen aan hun ontwikkeling. Wij bieden daarom voornamelijk basisproducten aan uit de Schijf van Vijf en hanteren de 5 regels van de Schijf:

Ontbijt

Ontbijt is de startmotor van onze hersenen en darmen en zorgt daarom voor een goede concentratie maar ook een goede opname van vitamines en mineralen. Het is dan ook de bedoeling dat kinderen thuis ontbijten zodat ze bij ons op een goede manier aan een gezellige dag kunnen beginnen.

Het komt misschien wel eens voor dat dat niet lukt, en dan vinden wij het geen probleem als het kind incidenteel zijn ontbijt meeneemt en bij ons op eet. Wij willen u er wel op attenderen dat een kind dat bij ons ontbijt minder fruit eet omdat het dan nog niet genoeg trek heeft.

Vaste en rustige eetmomenten

Wij hanteren vaste eettijden. Dit zorgt voor een herkenbaar ritme en dat levert de kinderen rust op. We eten samen aan tafel. Dit is gezellig en het zorgt voor duidelijke eetmomenten. We nemen rustig de tijd om te eten en drinken en zorgen voor een fijne sfeer, maar we tafelen niet te lang. Onze pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld aan tafel. Zij eten samen met de kinderen, ze begeleiden bij de maaltijd en hebben een voorbeeldfunctie.

Allergieën en individuele afspraken

Wij houden rekening met allergieën van kinderen. Er is ook ruimte om individuele afspraken te maken wanneer het noodzakelijk is om af te wijken van het voedingsbeleid, bijvoorbeeld bij een dieet of een bepaalde (geloof)overtuiging. Bij een levensbedreigende allergie moeten medicijnen en/of een Epi-pen of Ana-pen in de luiertas worden meegegeven.

Traktaties en feestjes

Een verjaardag of geboorte in het gezin betekent feest en bij zo’n feestje komt vaak een traktatie kijken. Er kan zowel een niet-eetbare traktatie als een eetbare traktatie aangeboden worden. Wij vinden het belangrijk dat de eetbare traktaties gezond zijn. We vragen ouders dan ook om traktaties klein te houden en niet te calorierijk te maken. Voor traktatie-ideeën adviseren wij de website www.gezondtrakteren.nl. Een feestje mag echter wel een feestje zijn en ieder mag dat op zijn eigen manier vieren. Bij speciale gelegenheden bieden wij ook iets te snoepen aan. Denk hierbij aan de Sinterklaasviering (pepernootjes), Kerstviering (Kerstkransjes) of Pasen (Paaseitjes).

Voedingsaanbod voor kinderen tot 1 jaar

Baby’s hebben een eigen voedingsschema. We proberen dit schema in overleg met de ouders zo veel mogelijk in het verlengde van thuis te houden.
Wij hanteren onderstaande aandachtspunten voor hun voeding.

Met de ouders is besproken of hun kind borstvoeding of flesvoeding krijgt.

Borstvoeding:

  • De afgekolfde borstvoeding leveren ouders voldoende gekoeld of ingevroren (in kleine porties) af op het kinderdagverblijf. Dit gaat meteen de koelkast of vriezer in met daarop de naam van het kind en de datum.
  • Wij warmen de borstvoeding op in een flessenwarmer.
  • Natuurlijk mogen moeders ook tussendoor zelf komen voeden. Rust, ruimte en privacy is voldoende aanwezig.

Flesvoeding:

  • Ouders leveren geen klaargemaakte flesvoeding aan. Tijdens het vervoer, ook in een koeltas, kan de flesvoeding namelijk niet voldoende koud worden bewaard.
  • De poedermelk wordt door de ouders meegegeven in een van te voren afgemeten bakje.
  • Wij gebruiken gekookt en afgekoeld water om de fles te bereiden en doen dit i.v.m. de hygiëne pas op het moment van gebruik.
  • Vanaf de leeftijd van 6 maanden tot 12 maanden krijgt een fles gevoede baby opvolgmelk. Het kind krijgt nog geen gewone melk tot hij 12 maanden is. Daarin zit te weinig ijzer en goede vetten en te veel eiwit.

Ander drinken:

  • Naast borstvoeding of opvolgmelk krijgen de kinderen tot één jaar water of lauwe thee (zonder theïne en zonder suiker).
  • Bij voorkeur gaat het kind vanaf 8 maanden thuis oefenen met het drinken uit een (plastic) beker. Dat is beter voor de mond motoriek dan een beker met een tuit.

(Eerste) hapjes:

  • In overleg met de ouders gaan we de melkvoedingen steeds meer vervangen en gaat het kind steeds meer echte maaltijden eten.
  • We starten met het geven van het eerste fruithapje in overleg met de ouders. Volgens de richtlijn Voeding en eetgedrag voor de Jeugdgezondheidszorg is dit tussen 4 en 6 maanden.
  • We beginnen met de zogenaamde ‘oefenhapjes’, waarbij het eten fijn gepureerd is. Zodra kinderen hapjes krijgen, laten we ze de mond motoriek oefenen met een ondiep, plastic lepeltje.
  • Het fruit dat we als oefenhapje tussendoor geven is vers gepureerd. We bieden bij dit fruithapje nog geen combinaties van verschillende soorten fruit. Het kind leert dan eerst wennen aan de losse smaken. Zo leert hij die beter herkennen en waarderen en dat is beter voor zijn smaakontwikkeling. Naarmate het kind beter kan happen, zal het fruithapje steeds grovere stukjes bevatten.
  • Het is van belang om op de hoogte te zijn welke fruitsoorten uw kind al heeft gehad om eventuele reacties op ‘vreemd’ fruit te voorkomen.
  • Aan een zachte smaak went een kind makkelijker. Het fruit waarmee we beginnen is bijvoorbeeld peer, appel, banaan, meloen en perzik.
  • Alleen aan de jongste kinderen geven wij, indien nodig, een van huis mee genomen groente hapje. Dit doen we tussen 16:30-17.00 uur. Het is de bedoeling dat dit wordt afgebouwd naarmate het kind ouder wordt en ’s avonds thuis ‘met de pot mee’ gaat eten.

Brood:

  • Als het kind thuis begint met brood eten, dan gaan we dit in overleg ook bij Sam Sammie doen.
  • We besmeren het brood (zonder korstjes) altijd met een beetje zachte dieetmargarine uit een kuipje, hierin zitten veel onverzadigde (goede) vetten. Meer beleg dan margarine hoeft niet.
  • Gebruiken we toch beleg, dan kiezen we voor 20+ smeerkaas, vegetarische smeerworst of appelstroop. Wij geven kinderen tot en met 12 maanden geen honing. Honing kan besmet zijn met een bacterie waar jonge kinderen erg ziek van kunnen worden.

Voedingsaanbod voor kinderen vanaf 1 jaar

De fruitmaaltijd:

Rond half 10 – 10 uur krijgen de kinderen een bakje met verschillende soorten vers geschild fruit. We drinken hierbij een beker thee of water. Soms hebben kinderen moeite met het eten van fruit. Een biscuitje of koekje in het vooruitzicht helpt hen toch hun fruit te eten.

Met de seizoenen mee hebben we regelmatig verschillend fruit als meloen of kersen. Ook beschikken we over fruit uit eigen tuin, bijvoorbeeld aardbeien, frambozen, appels, perziken en peren. We bekijken en oogsten ze samen met de kinderen. Kinderen leren op deze manier meer van de natuur en waar het fruit vandaan komt. We zien dan ook dat kinderen die moeite hebben met nieuw eten hun nieuwsgierigheid niet meer kunnen bedwingen en ook eens willen proeven.

De broodmaaltijd:

Rond 12 uur beginnen we aan de broodmaaltijd.

  • We bieden de kinderen bruin brood aan en laten de korstjes eraan zitten.
  • We besmeren het brood met een beetje zachte dieetmargarine uit een kuipje, hierin zitten veel onverzadigde (goede) vetten.
  • Als beleg bieden wij zowel hartig beleg als zoet beleg aan (afwisselend). Hartig beleg is niet per se beter dan zoet beleg. Wij zorgen ervoor dat het beleg mager is en niet te veel calorieën en ongezonde vetten bevat. Ook letten we op de hoeveelheid suiker en zout.
  • We gebruiken geen pindakaas om te voorkomen dat er in geval van pinda allergieën ernstige klachten kunnen optreden.
  • Wij bieden geen gewone smeerkaas aan. Hier zit namelijk veel zout in. Als alternatief geven we magere smeerkaas met minder zout, light zuivelspread of hüttenkäse.
  • Wij bieden geen smeerworst aan. In smeerworst zit namelijk veel vitamine A. Het kan schadelijk zijn als een kind structureel teveel vitamine A binnenkrijgt. Aangezien het kind thuis al smeerworst zou kunnen krijgen, bieden wij dit uit voorzorg niet aan. Als alternatief kan vegetarische smeerworst gegeven worden.
  • Wij geven kinderen geen producten van rauw vlees, zoals filet américain, ossenworst, carpaccio of niet-doorbakken tartaar. Wij geven ook geen rauwe of voorverpakte gerookte vis. Hierin kunnen ziekmakende bacteriën zitten.

Bij de broodmaaltijd drinken de kinderen een beker halfvolle melk. Indien uw kind een allergie heeft kunnen we in overleg ook sojamelk aanbieden.

Tussendoortje:

Rond 3 uur in de middag hebben we nog een eet- en drinkmoment. We bieden de kinderen dan een tussendoortje aan en drinken hierbij thee (zonder theïne) of water. We houden het tussendoortje klein zodat het geen invloed heeft op het eetgedrag bij de avondmaaltijd thuis.

We variëren in het aanbod iedere dag opnieuw. U kunt hierbij denken aan komkommer, tomaatjes, paprika, ontbijtkoek, maisknabbel, enz.

Eet activiteiten

Met de oudere peuters en de BSO kinderen hebben we af en toe kookactiviteiten. We maken bijvoorbeeld soep, appelmoes, pepernoten, koekjes of pizza.
Tijdens de lunch mogen de peuters zelf hun boterhammetje smeren met boter en verdienen dan een echt smeerdiploma! Kortom: allemaal leuke gezellige activiteiten rondom voeding en eten.

Voedingshygiëne: bereiden en bewaren van voeding

Wij gaan veilig om met het eten van de kinderen om te voorkomen dat ze ziek worden. Bij het bereiden en bewaren van voeding hanteren wij de onderstaande aandachtspunten.

Flesvoeding en borstvoeding

Voorbereiding:

  • De flesjes van de kinderen zijn voorzien van een naam.
  • De afgekolfde borstvoeding is voorzien van naam en datum.
  • Van tevoren maken we de werkplek schoon en wassen we onze handen met water en zeep.

Klaarmaken:

  • We maken de flesvoeding per fles klaar te maken en niet al van tevoren.
  • De flesvoeding en afgekolfde borstvoeding verwarmen we in een flessenwarmer (borstvoeding) of in de magnetron (flesvoeding).
  • Bij verwarming in de magnetron zwenken we de fles tussendoor om de warmte goed te verdelen. Dit doen we nogmaals als de melk op temperatuur is.
  • We laten de melk niet warmer worden dan 30-35৹C (drinktemperatuur). Dit is vooral van belang voor borstvoeding, omdat de beschermende stoffen in deze voeding verloren gaan als de melk te warm wordt.
  • We druppelen klaargemaakte melk op de binnenkant van de pols om te voelen of deze niet te warm is.

Schoonmaken:

  • Melk die overblijft na het voeden gooien we weg.
  • Direct na het drinken spoelen we de fles en speen schoon met water.
  • De fles en de speen worden thuis goed af gewassen.

Bewaren:

  • Borstvoeding: gekoeld aangeleverde borstvoeding plaatsen we zo snel mogelijk in de koelkast. We bewaren deze voorzien van naam en datum maximaal 3 dagen in de koelkast. Ingevroren borstvoeding bewaren we maximaal 6 maanden in de vriezer.
  • Flesvoeding: de flesvoeding wordt klaar gemaakt met gekookt en afgekoeld water. Dit doen we pas op het moment dat de voeding gebruikt gaat worden.

Andere voeding

Voorbereiding:

  • De handen van de kinderen worden gewassen met water en zeep voor het eten en na toiletbezoek.
  • De handen van de pedagogische medewerkers wassen ze met water en zeep voor het eten en voor het bereiden van voeding, na het aanraken van rauw vlees en rauwe groente, na toiletbezoek en na het verschonen van luiers.
  • Ingevroren producten ontdooien we afgedekt in de koelkast of in de magnetron op ontdooi stand.
  • We zorgen ervoor dat het aanrecht, keukengerei en snijplanken schoon zijn.
  • Groente en fruit wassen we om stof en vuil te verwijderen.

Klaarmaken:

  • We houden rauwe producten gescheiden van bereid eten.
  • Warm eten verhitten we goed, vooral vlees, kip, eieren en vis.
  • We verwerken geen rauwe eieren in gerechten die niet verhit worden.
  • Het eten scheppen we enkele keren om tijdens opwarmen in de magnetron.

Bewaren:

  • Verpakkingen sluiten we direct na gebruik. We gebruiken afsluitbare bakjes om eten te beschermen tegen uitdrogen, bacteriën en schadelijke stoffen.
  • Bederfelijke producten, zoals vleeswaren, leggen we direct na gebruik weer in de koelkast (4 ৹C). We gooien deze producten weg als de ‘te gebruiken tot’-datum is verlopen.
  • Producten die de ‘ten minste houdbaar tot’-datum hebben overschreden, gebruiken we alleen als de verpakking onbeschadigd is en/of de aanblik, de geur en de smaak van het product goed zijn.